Scherm wisselen

Met de functie Scherm wisselen kunt u werken met uw Wacom-apparaat op alle aangesloten beeldschermen of op één beeldscherm tegelijk. Op het tabblad Scherm wisselen kunt u het/de scherm(en) selecteren en deselecteren zodat het wel of niet wordt meegenomen in de wisselreeks.

Nadat u de schermen hebt geselecteerd die u wilt opnemen in de schermwisselreeks, wijst u "Scherm wisselen" toe aan een aanpasbare component, zoals een penknop. Vervolgens kunt u de aanpasbare component gebruiken om met uw pencursor van het ene beeldscherm naar het andere te gaan.

Onderwerpen op deze pagina

• Scherm wisselen instellen
• Voorbeeld: Gebruik van Scherm wisselen
• Acties die de wisselreeks terugbrengen naar een pendisplay

Scherm wisselen instellen

1. Open Wacom Center.
2. Selecteer uw apparaat in de zijbalk Apparaten.
3. Selecteer Scherm wisselen.
Belangrijk: Scherm wisselen is alleen actief als uw apparaat is aangesloten op een opstelling met meerdere schermen en de weergave-eigenschappen van de computer op uitgebreid staan (niet gedupliceerd).
4. Selecteer of deselecteer het vakje naast een beeldscherm om het in de wisselcyclus op te nemen of uit te sluiten.
5. Wijs "Scherm wisselen" toe aan een van de aanpasbare onderdelen van uw apparaat, zoals een penknop, ExpressKey of On-Screen-snelkoppeling. Zie Uw Wacom-apparaat aanpassen voor gedetailleerde instructies.
Opmerking: Het toewijzen van "Scherm wisselen" aan een instelbare component is nodig om de pencursor tussen schermen te laten wisselen.
6. Gebruik de aanpasbare component die u in de vorige stap hebt toegewezen aan "Scherm wisselen" om tussen uw beeldschermen te schakelen.
7. Voor pendisplays kunt u optioneel het volgende instellen:
   
   
   • Verhoudingen forceeractie: Past de grootte van het actieve gebied aan om de juiste verticale en horizontale verhoudingen tussen uw pendisplay en het gehele bureaublad of het beeldscherm te behouden. Afhankelijk van de instellingen zijn bepaalde delen van het actieve gebied mogelijk niet meer bruikbaar wanneer u deze optie selecteert. Als deze optie is uitgeschakeld, worden de juiste verhoudingen niet bewaard.
   • Invoeggebied gebruiken: Beperkt het actieve gebied tot een formaat van 15 x 20 cm. Als Verhoudingen forceren ook is geselecteerd, kan de grootte minder zijn. Als deze optie niet is geselecteerd, wordt er zo veel mogelijk van het gehele actieve gebied gebruikt voor projectie naar een beeldscherm.

   Voor pentablets kunt u optioneel het volgende wijzigen:

   • Mapping: Druk op de knop Instelling mapping om de tablet-schermrelatie voor uw apparaat te wijzigen.

Voorbeeld: Gebruik van Scherm wisselen

Het volgende voorbeeld beschrijft de instelling van Scherm wisselen in de onderstaande afbeelding. In het voorbeeld wordt ervan uitgegaan dat de gebruiker op dat moment werkt met het Wacom One pendisplay en dat "Scherm wisselen" is toegewezen aan een penknop.

De bovenstaande schermafdruk dient voor beschrijving van de instellingen. Mogelijk komt deze niet overeen met uw scherm.	Als de gebruiker op de penknop drukt die is toegewezen aan "Scherm wisselen", gaat de pencursor van de Wacom One (1) naar de volledige scherminstelling (2).
	De volgende druk op de penknop zal de pencursor naar het laatste scherm (4) verplaatsen, waarbij scherm 3 wordt overgeslagen omdat dit uitgesloten is van de schermwisselreeks (A).
	Door nog een keer op de penknop te drukken, keert de pencursor terug naar het Wacom One pendisplay (1). De cyclus wordt dan herhaald tot er een nieuwe Scherm wisselreeks wordt aangemaakt.

Acties die de schakelreeks terug naar uw pendisplay brengen

Elke van de onderstaande acties brengt de wisselreeks terug naar uw pendisplay.

• Afmelden of het systeem opnieuw opstarten.
• Schakelen tussen gebruikers.
• Het systeem in de slaapstand zetten.
• De Instellingen van scherm wisselen wijzigen.
• De resolutie of het aantal beeldschermen wijzigen.
• Werken met actie Moduswissel....
• Penmodus of Muismodus selecteren via de On-screen shortcuts.